Stroophoofd

Toen ik in mei weer ging proberen te werken, koos ik een één van mijn favoriete taken, namelijk query’s knutselen. Waarom me dat een goed idee leek? Het is een echt doe-dingetje, je hebt er in principe geen anderen bij nodig, het heeft een duidelijk begin en eind, en het is niet vaag:  het is goed of fout, geen tussenweg.

Voor wie het niet weet: een query gebruik je om opdrachten aan een database te geven.  Bijvoorbeeld: geef mij de adresgegevens van meneer Jansen (als je die bijvoorbeeld een brief wilt sturen). Of: maak een telling van het aantal verleende bouwvergunningen in oktober (als je moet rapporteren aan je manager). Of: vul bij alle openstaande zaken van voor 1995 een einddatum in.  En dan doet het databasesysteem dat allemaal. Maar je moet het wel netjes vragen.

De query’s in ‘mijn’ applicatie zijn geschreven in SQL, een standaard taal waarmee je met je database kunt kletsen. En een standaard is geen standaard, als er geen variaties op zijn, en daarom heeft ieder database-managementsysteem een eigen variant van SQL in gebruik. Zo hoef je je als ICT-er nooit te vervelen: ik mocht query’s vertalen van de ene naar de andere standaard. Gewoon lekker recht-toe-recht-aan puzzelen. Tenminste, dat dacht ik.

Maar juist de rechtlijnigheid van de klus bleek tot mijn verrassing ineens nogal een obstakel te zijn voor mijn hoofd. Een query staat vol met punten, komma’s en haakjes. En die moeten allemaal op de goeie plek staan. Je kunt niet twee letters omdraaien of een haakje of een komma vergeten. Je begrijpt dat  een belangrijk deel van het werk is: zien waar het foutje zit. En dat kon ik niet meer. Ergens in het voorbije half jaar was mijn focus opgelost, mijn radar gesmolten.

Het is echt bizar: als ik vroeger ergens naar keek, dan leken de dingen waar ik naar op zoek was, er vanzelf uit te springen. Ik zag ze gewoon. Mijn ogen scanden de omgeving van het doelwit en poef: daar was het, target locked. Dat ging zo volautomatisch dat ik nooit heb geweten dat het een vaardigheid was. Nu kan ik kijken wat ik wil, maar ik zie  het gewoon niet. Zo sta ik tien minuten letterlijk vóór de deur van de psychologenpraktijk op Google Maps te turen waar de psychologenpraktijk is, omdat mijn interne scanner het bordje op de deur niet oppikt. Terwijl ik die deur echt uitgebreid bestudeerd heb. En dat bordje er toch echt hangt. Een mailtje kan ik tien keer lezen zonder in de tekst de betalingsgegevens te vinden waar ik naar op zoek ben. En fouten zoeken in een query gaat op die manier dus heel veel tijd kosten. Als het überhaupt al lukt.

Naast deze moeite die ik had met het scherpstellen van mijn vizier, kon ik niet onthouden wat ik gedaan had. Daarom ging ik een zeer gedetailleerd logboek bijhouden, zodat ik wist waar ik gebleven was. Anders moest ik iedere dag van voren af aan beginnen.  Nog tijdens het switchen van applicatie naar applicatie vergat ik wat ik ook al weer in dat andere programma ging doen (zoals je naar de keuken kunt lopen en onderweg alweer vergeten bent wat je wilde pakken), en maakte ik fouten bij het intikken van de tekens. Die ik dan vervolgens niet terug kon vinden, vanwege mijn defecte scanner.

En het allermafste is, dat ik mezelf niet kon observeren, en dus niet opmerkte dat het niet ging. Ik heb dit in een eerdere blogpost al eens vergeleken met het hebben van een droom. In een droom kun je allerlei vreemde dingen meemaken, maar toch denk je niet: dit kán helemaal niet. In een soort vage toestand ga je door, terwijl om je heen mensen in andere mensen veranderen en je ineens ontdekt dat je zonder kleren aan in de tram zit. Pas als je wakker wordt, kun je reflecteren en overzien dat je in een wereld van decorstukken rondwandelde.

Zoals een dromer niet weet dat hij droomt, zo had ik niet in de gaten dat mijn hoofd het niet deed. Ik waadde zo een beetje door de modder, steeds dieper het moeras in, zonder even om te kijken om te zien of ik misschien een verkeerde afslag had genomen. Een stroperig brein, dat alles niet kan volgen maar ook niet kan verzinnen dat ze even moet vragen waar het over gaat. Dat mij gedachteloos spullen laat wegleggen, zonder er een herinnering van aan te maken. Leven in een waas, mistig en ongefocust. Superlastig. Niet alleen het uitvoeren van je taken wordt gepootjehaakt, ook je tools om bij te sturen zijn ineens minder adequaat. Terwijl je ze nu juist veel harder nodig hebt.

Gelukkig mag ik verwachten dat mijn hoofd weer gaat werken zoals het dat vroeger deed. Omdat we kunnen aannemen dat de klachten niet veroorzaakt worden door fysieke schade. Ik heb immers geen chemotherapie gehad. In mijn geval is het een kwestie van system overload en vermoeidheid, zeggen de mensen die het weten kunnen. En ik denk het ook.

Bovendien bemerk ik de laatste week wat vooruitgang. Kleine dingetjes die daar op wijzen. Bij het telebankieren heb ik een IBAN-nummer én een acceptgirokenmerk in één keer foutloos ingevoerd. Mijn hart maakt een sprongetje als ik dat merk. En als ik ’s ochtends op de weegschaal sta, wat ik nog steeds trouw doe in het kader van de gewichtsbeheersing, dan kan ik mijn gewicht meestal onthouden. Ik moest eerst aldoor drie of vier keer opnieuw er op gaan staan, voor het me gelukt was het getalletje op te slaan. Dus in navolging van mijn lijf begint ook de cognitie nu tekenen van herstel te vertonen. Wat is dat fijn. We gaan zo langzamerhand denk ik echt de goeie kant op. Pfffff.

 

2 gedachtes over “Stroophoofd

  1. Zo herkenbaar dit. Zelf ben ik ook ict-er en heb ook “alleen maar” bestralingen gehad. Ik ben inmiddels alweer 2 jaar volledig aan het werk, dus weet dat het over gaat. Maar toch heb ik nog steeds moeite met focussen op bijv. een query als het druk is op de afdeling, dus veel geroezemoes ivm overleggen etc. Voorheen had ik daar totaal geen last van, kon mij altijd volledig afsluiten en concentreren.
    Succes! Het komt echt goed😊.
    Grtz Jory

    Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.