Mierj

Alles wat je kinderen doen is uiteindelijk je eigen schuld. Zo hebben wij met de beste bedoelingen onze kinderen respect voor al het leven bijgebracht. Een slak is niet vies, maar lief. Een spin is geen engerd maar een schepsel Gods dat ook een plekje zoekt om zijn leventje te leven. En ondertussen nog ontzettend nuttig werk verricht ook.

Maar ja, deze boeddhistische grondhouding heeft een keerzijde. Dat is als je kind gaat huilen omdat je een vlieg wilt doodmeppen en zich dramatisch gillend tussen jou en een mug werpt zodra je maatregelen wilt treffen voor een ongestoorde nachtrust.

Zo ging het ook met de mierjen. Die wonen pal naast onze achterdeur en hadden twee jaar terug de schillenbak op het aanrecht, direct aan de andere kant van die achterdeur, ontdekt. Fascinerend. Ik bedoel, HOE vind zo’n diertje zo’n voedselbron op omgerekend een paar kilometer afstand van zijn huis? Op de lange termijn leek de situatie me niet houdbaar. Tenminste, dat was mijn inschatting als weldenkend, volwassen gezinslid. Omdat mierenlokdoosjes niet alleen het hele mierenvolk op brute wijze uitroeien maar uiteindelijk via de voedselkringloop ook bijdragen aan het om zeep helpen van de bijenvolken, ging ik op internet speuren naar andere methoden om mieren uit je huis te weren. Zonder bijen immers uiteindelijk geen Jo, geen kindertjes en niks.

Het was inderdaad fascinerend om te lezen hoe zo’n kolonie met z’n soldaten te werk gaat om mijn schillenbak op te sporen en hem daarna ook steeds weer terug te vinden. Ik kan het niet navertellen, maar mijn eindconclusie was: de beste manier om de mieren buiten de deur te houden, is elke verkenner die zo stom is om over mijn drempel te komen, ongenadig te elimineren. Het duurde nog even voor ik de beste methode had gevonden. Uiteindelijk bleek dat de bolle kant van een theelepeltje te zijn waarmee ik gezwind elke indringer omlegde door hem dood te drukken.

Maar de kinderen trokken het niet zo erg. Zich helemaal bewust van het universum van de mierj (Wie heeft ze dat toch bijgebracht? Oh ja, dat was ik zelf zeker), stelden ze zich bij mijn mierenmissie op alsof ik de buurman van twee huizen verderop met een honkbalknuppel wilde doodslaan terwijl hij alleen maar even een kopje suiker kwam lenen.

Toch hield ik lang stand. Bij elke moordaanslag zei ik: ‘Sorry mierj, maar voor het voortbestaan van je volk is het nodig dat ik je laat sterven.’ Waarna een kleine maar akelige pats klonk terwijl mijn theelepel zijn keiharde minipantser uit elkaar deed spatten. Er ontstond rondom deze zuiveringsacties een stille inpandige burgeroorlog, waarbij de kinderen ondergronds verzet boden en verdwaalde soldaten hielpen ontsnappen naar hun thuisfront wanneer ze maar konden.

En op een dag ergens dit voorjaar ging ik door de knieën en gaf mijn eenzame strijd op. Ik pakte het stoffer en blik en begon de mieren levend uit te zetten. Dat vond ik toch wel een heel stuk minder naar. Eerst gebeurde er weinig. Toen zaten er op een dag mieren in oma’s kruidenkastje, waarin ik een laatje met basterdsuiker en een laatje met kristalsuiker heb. Fascinerend weer, in de laatjes met zout en nootmuskaatbollen bleef het uitgestorven. Maar naar mijn suikerlaatjes liep een mierensnelweg. Suiker weggehaald uit het kastje. Maar steeds vaker trof ik mieren aan, verder weg verwijderd van de achterdeur. Bijvoorbeeld in de woonkamer. Onze gewaardeerde buren waren begonnen aan een vrijpostige opmars.

Op een ochtend vond ik op het bureau een leeg colaglas waarop en -in zo’n mier of honderd zich tegoed deed aan de restjes. En toen was de maat vol. ‘Ik ga een mierenlokdoos kopen, want dit gaat echt uit de hand lopen,’ sprak ik ferm. Een volksopstand brak uit. Néé! Dan gingen álle mieren dood en het was zó slecht voor het milieu. Ik voelde mijn onderhandelingspositie verschuiven. Há, wat is het toch lekker om aan de winnende hand te zijn. ‘Ok,’ zei ik. ‘Dan gaan we de mieren die binnenkomen weer doodmaken. Maar ik ga het niet in mijn eentje doen. Ik wil dat jullie meehelpen. En als jullie dat niet doen, dan koop ik een lokdoos.’ En zo brak ik het verzet.

Erik en ik organiseerden samen een gedisciplineerd en uiterst doeltreffend doodseskader en voerden een massaslachting uit onder de troopers. Gesterkt door de droom van de betere wereld kweten we ons vlijtig van onze gruwelijke taak. In de weken erna hielden we vol en de laatste onfortuinlijke enkelingen die nog een poging waagden ons grondgebied te betreden, werden omgelegd, no mercy.

En nu zijn ze weg. Waarmee de methode voor mij bewezen effectief is. Wil je op een milieuvriendelijke manier mieren uit je huis houden, doodt dan direct de verkenners die binnenkomen. Het is niet gezellig, maar ja, een kleine prijs om te betalen voor het behoud van een heel volk en de aarde. Ja toch? Zo zou die mierj het ook zien, als hij denken kon.

mierj

 

2 gedachtes over “Mierj

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.