Ergens in december van 2018 heb ik een afspraak met Samantha, de ergotherapeut. We hebben elkaar een poosje niet gezien, want ik kan veel van het ergo-gedoe inmiddels hartstikke zelf. Als ik Samantha vertel dat ik onlangs bloed heb laten prikken omdat ik steeds weer zo moe was dat ik me weer af ging vragen of ik stiekem niks onder de leden had, kijkt ze me hoofdschuddend aan. ‘Dit gaat niet goed zo hè. Moeten we niet toch eens een afspraak maken met de slaapcoach?’
Helemaal aan het begin van mijn Samantha-traject heeft zij de slaaptherapie al ter sprake gebracht. Samantha verwijst haar cliënten regelmatig door en bijna altijd zijn deze heel enthousiast over de resultaten. Samantha en de slaapcoach hebben tijdens het proces contact met elkaar en stemmen de behandelingen af. Hartstikke goed natuurlijk, maar gezien de overdaad aan lopende bugfix-trajecten destijds, heb ik afgezien van een aanmelding.
Ik twijfel. Ik slááp namelijk wel. Of, nou ja, ik slaap niet niet. Ik slaap chaotisch. Ik ben vaak wakker. Ik moet zes keer op een nacht plassen. Of zestien keer als het zo uitkomt. En ik word letterlijk van elke zucht wakker. Een beetje zoals toen de kinderen geboren waren. Maar dan erger.
Omdat ik tussen het slapen door zoveel wakker ben, ga ik elke avond vroeg naar bed. Zodat ik meer kans heb om toch aan mijn uren slaap te komen. Want die heb ik zo nodig. Daardoor kost slapen mij verschrikkelijk veel tijd. Als mensen vragen hoe het gaat, vertel ik dat het goed gaat en zeg ik er vaak als grapje bij dat ik leef als een soort non. Sober en regelmatig. Ik maak mijn 24 werkuren, eet gezond, drink geen alcohol, ga op vaste dagen sporten en om half negen naar bed.
Als de avondmaaltijd achter de rug is heb ik nog ongeveer een uur voor wat klusjes zoals de administratie en de was, voordat ik om acht uur naar boven ga. Dorme et labora zeg maar. Meer is er niet. Het is niet slecht, maar wel minimalistisch. Zeker als je mijn voorbeeldige leefstijl in aanmerking neemt. Als ik vroeger zo gedaan had, dan zou ik gebulkt hebben van de energie. Maar dat is niet zo. Ik ben snel vermoeid en word nog steeds met enige regelmaat overvallen door een speciaal soort vermoeidheid, eentje die als een deken over me heen valt en die ik vóór de kanker, voor de radiotherapie om precies te zijn, nog nooit gehad had.
Misschien moet Pleegzuster Bloedwijn toch maar eens gaan kijken bij de slaaptherapie voor ze straks toe is aan een promotie tot Moeder Overste. Ik heb ten slotte zeer waarschijnlijk nog een half leven voor me. Beetje jammer misschien om al die tijd tussen kloostermuren te gaan zitten. Ik heb tegenwoordig meer ruimte in de agenda. De psycholoog bezoek ik al een tijd niet meer, Samantha met grote tussenpozen en ook Jenny van het wijkteam komt minder vaak. Later die week voegt Pleegzuster Bloedwijn de daad bij het woord: ze belt de oefentherapiepraktijk in Alkmaar voor een afspraak met de slaapcoach.
Soms ben je zo moe dat je het vragen om extra hulp alleen maar als nog vermoeiender ervaart ;).
LikeGeliked door 1 persoon