Voor iedereen die niet thuis is in de IT, bugfixing is een van de vele prachtige termen uit de automatisering. Dit voornamelijk op het Engels gebaseerde jargon is voor collega Ton en mij een onuitputtelijke bron van vermaak op de werkvloer, heerlijk. Bugfixing betekent zoveel als een weeffout in de programmatuur verhelpen.
Toen ik nadacht over een manier om dit hele proces van hopelijk beter worden een beetje optimistisch voor het voetlicht te brengen, vond ik bugfixing wel een aardige analogie voor iemand afhelpen van kanker. Want ik had helemaal niet het gevoel dat ik ‘een ziekte had’. Ik had meer het idee dat mijn lijf zich even ergens in verslikt had (in wat, in wat? Ik zal het nooit weten) en nu per ongeluk in een loop* ergens een verkeerd programma stond te draaien. En helaas zichzelf steeds verder de soep in aan het helpen was.
De overeenkomsten tussen de werkwijze van een dokter en een IT-specialist zijn best groot. Het is een kwestie van de gedragingen van het probleem en zoveel mogelijk samenhangende factoren in beeld brengen, de stappen van het logisch ontwerp nalopen, oorzaken en zoekrichtingen wegstrepen, en dan duiken in de broncode, de deep dark techniek of in allebei. En daar is een belangrijk verschil: de dokter heeft geen logisch ontwerp tot zijn beschikking en geen programmeur die even voor hem in de broncode kijkt. Zoals collega Annelies altijd zegt: ‘In mijn source’. Hoogstpersoonlijk door haar geschreven en zonder geheimen.
Geen directe lijntjes met de schrijver van het programma van de schepping. De dokter werkt met een vreselijke, supercomplexe blackbox, algemeen bekend onder de naam ‘lichaam’.
En er staat doorgaans iets meer op het spel bij het dokteren dan bij het computeren. Als je je een keer vergist, dan kun je zomaar enorme, onomkeerbare rampspoed in een heleboel levens veroorzaken, voorgoed getraumatiseerde en verweesde kindertjes inbegrepen. Letterlijk doodeng. Dank jullie wel dokters! Blij dat jullie de spanning aankunnen, serieus, want ik moet er zelf niet aan denken. Dank jullie wel.
Maar ook als lijdend voorwerp is het fascinerend om te volgen: te zien hoe dat lichaam functioneert, en af en toe een glimp op te vangen van de onderliggende source. En hoe onvoorstelbaar precies en nauwgezet mensen werken om al die manifestaties van die geheimzinnige broncode te ontrafelen. En er dan toch in slagen om de uitwerking ervan te manipuleren. En om te zien dat, hoe geweldig knap de menselijke interventies ook zijn, ze eigenlijk nooit kunnen tippen aan de perfectie van het origineel.
Dat zie je aan relatief onschuldige zaken zoals een borstimplantaat dat (natuurlijk!) niet mee krimpt met je nog levende borst als je afvalt, maar ook aan kapotgestraalde ribben of een door chemo vernielde schildklier of zelfs weer het ontstaan van nieuwe kanker, uitgelokt door medicijnen die bedoeld zijn om andere kanker uit te roeien. Voorlopig blijft het behelpen met ons beperkte blikveld.
Maar boeiend blijft het. En ik ga voor de succesvolle, total bugfix. Zonder losse eindjes. Als God het wil.
* Met het (uiteraard) Engelse woord ‘loop’ wordt bedoeld een ‘programmalus’, waarbij de software onder bepaalde voorwaarden steeds opnieuw dezelfde stappen herhaalt. Door een fout kan het gebeuren dat het programma onbedoeld in een dergelijk kringetje ‘opgesloten’ raakt en steeds dezelfde riedel afdraait zonder mogelijkheid om hieruit te ontsnappen en op een ander spoor te komen.