Precies een hele maand ben ik uit de lucht geweest met het blog. De laatste keer dat dat gebeurde was toen ik fysiek en mentaal het afvoerputje aan het inglijden was met mijn sluimerende radiatiepneumonitis. Maar dit keer kwam het door vakantie. Beter. Het niet-bloggen vond ik toch wel lekker rustig. Dat geblog kost tijd en maakt mijn hoofd op een bepaalde manier ook weer drukker. En hoewel er regelmatig ideetjes opborrelden voor een stukkie (want nog steeds genoeg om over na te denken), kwam het niet tot concrete actie. Eerst maar even bijpraten dacht ik nu.
Eén
Ik. Sterk. Aan. Hoe het allemaal precies zit, zul je nooit weten, maar ik schrijf het voor een groot gedeelte toe aan het minderen met de prednison. Ik neem op dit moment om de dag 10 mg. Het idee is dat die pauzedag je lichaam stimuleert om zelf weer aan de gang te gaan met de productie van bijnierschorshormoon. Over ruim een week ga ik over op elke dag 5 mg. 29 september staat de laatst pil gepland. En ja, dat staat op de kalender als big event. Ik slaap ’s nachts beter, mijn hartslag is nog hoog maar niet meer zo idioot en, oh vreugde: mijn hoofd krimpt! Dat maakt me echt zo blij. Ik wil mijn gezicht terug!
Kijk, even voor de balans: prednison is een fantastisch middel. Prednison heeft me beter gemaakt. Maar ik begon mijn uitklapgezicht, zoals ik het noem, wel een beetje zat te worden. Uitklapgezicht? Mijn gezicht zag er uit of het afgedrukt was in zo’n boekje met uitvouwplaatjes. Alsof iemand dat boekje had opengedaan en mijn hoofd aan weerszijden had uitgeklapt. Plat en twee keer zo breed.
De term vollemaansgezicht wordt doorgaans gebruikt om zo’n gezicht aan te duiden en is heel treffend. Ik moest ook vaak denken aan een mannetjes-orang oetan. Die heeft van die flappen aan de zijkant van zijn hoofd. Nou, zo dus. Nu heb ik vaak genoeg gehoord dat het in het echt allemaal reuze meevalt, en natuurlijk overdrijf ik hier nogal voor de gezelligheid. Op straat kijkt heus niemand een tweede keer op als ik langsloop omdat ze denken dat ik een orang oetan ben. Maar ik hou van mijn éigen gezicht. En ik vind het iets mooier.
Ook begint de gelijkenis met Han Pekel een beetje af te nemen. Serieus, en dit is dus niet overdreven, ik zag de aangroeisels links en rechts op mijn hals terug in mijn eigen schaduw op de straat. En daar hoefde ik niet eens mijn best voor te doen. Dan viel mijn oog op mijn eigen schaduw en dacht ik: Jemig! Kijk, dat je schrikt van de selfiestand van je telefoon omdat je kinderen zo van selfies houden (ja duh, zij zijn nog erg mooi) en dat ding nooit eens terugzetten zodat je elke keer dat je een foto wilt maken eerst een rolberoerte krijgt, dat is één ding. Maar als je zelfs schrikt van je eigen schaduw, dan is dat van een andere orde, of niet dan.
En wat denk je hiervan: dat als ik van nee schudt, er iets onder mijn kin nazwengelt als de ongetrainde triceps van een tachtigjarige die enthousiast naar haar kleinkinderen zwaait. Ook steeds weer schrikken. O, oeps! Niet zo hard nee schudden! En dat je een bh wilt voor je buik bij het hardlopen. Het prednison-gewicht bestaat voor een groot deel uit vocht en zo voelt het ook: alsof je over de klinkers rijdt in een auto met een volle vissenkom op de voorstoel. Het beweegt mee met vertraging, gaat door als jij stopt en klotst als je niet uitkijkt over de rand. Ja sorry hoor, ik word daar allemaal niet vrolijk van. Ook niet chagrijnig trouwens. Het is tijdelijk en in de categorie problemen valt dit onder het kopje ‘lekker belangrijk’. Ik ben gewoon heel erg blij dat het verdwijnen gaat en deel deze blijdschap graag met de rest van de wereld.
Maar ik dwaal af. Off topic heet dat in forumland (ôh Ton, vind je ‘m niet mooi?). Haha, ik ben mijn halve leven al off topic, geloof ik. Maar goed. Om punt 1 even af te ronden: ik voel me sterker, niet meer zo doodmoe. Ik slaap niet meer elke middag, ik sla het zelfs wel eens een paar dagen achter elkaar over. Het sporten gaat stukken lichter. Mijn conditie trekt aan. Ik voel mijn krachten toenemen. Ik wied het schooltuintje van Franca en ga daarna nog op de fiets de hond uitlaten. Ik fiets met mijn puber naar zijn nieuwe school, negen kilometer verderop waarbij we hopeloos omrijden. En daarna ben ik helemaal niet eens half dood. Ik ben al twee keer op verjaarsvisite geweest. Dus.
Twee.
Vorige week heb ik de intake bij de medisch psycholoog in het ziekenhuis gehad. Was al erg interessant en zeker herkenbaar. Ik denk dat ze wel wat voor me kunnen doen. Vanmiddag hoor ik of zij het ook zien zitten met mij.
Drie.
De vakantie was helemaal goed. Een week kamperen aan zee met man, kids en hond en een weekend Centerparcs in dezelfde samenstelling aangevuld met vriendin Thea en haar zoon. Het was allemaal zo lekker, zelfs mijn bovenbenen zijn een klein beetje bruin geworden. Ik heb echt los kunnen laten en ontspannen.
Vier.
De bijwerkingen van de Tamoxifen lijken toe te nemen. Het zweet loopt om de haverklap in straaltjes langs mijn rug en gezicht en de spieren die mijn tenen besturen leiden een eigen leven. De kramp schiet er zo in en dan zie je zomaar twee tenen opeens in een rare hoek langzaam de andere kant op bewegen door het samentrekken van de spier. Ik ben inmiddels getrouwd met mijn potje magnesiumpillen want ik heb de stellige indruk dat ze verschil maken.
Vijf.
Omdat de kinderen bij hun grote vriend ome Pieter logeren, hebben Leon en ik onze kans gegrepen en gisteren eindelijk de dinerbon soldaat gemaakt die we vlak na de diagnose van mijn collega’s cadeau handen gekregen om ons een beetje te troosten. Lieve schatjes, bedankt. Het eten was heerlijk en we hebben elkaar eindelijk weer eens gesproken.
Zes.
Hoofd doet het zou ik zeggen iets beter in het algemeen. Wat niet wegneemt dat ik twee weken zonder dop op mijn olietank heb gereden (en maar denken waar die bedwelmende stank vandaan kwam), twee keer op rij precies dezelfde items niet in de vakantiebepakking had zitten (een ezel…) en, ja dit kan echt, op een doordeweekse dag in huis een heel brood kwijt geraakt ben.
* Pam! Je haar danst! Kent u deze nog? Ik moest er steeds aan denken toen mijn hoofd begon te krimpen.