Oe. Zit m’n niet-borst even vastgeplakt aan mijn ribben zeg. Door de longontsteking zijn mijn oefeningen er in de afgelopen weken nogal bij ingeschoten. En nu ik ze weer oppak is dat goed te merken. Hoe moet je je dat voorstellen als je zelf niet in het bezit bent van een bestraalde niet-borst? Nou, dat je ribbenkast onder je niet-borst strak voelt en de spieren onder je oksel te kort om je arm helemaal goed omhoog te krijgen. En dat je het voelt trekken bij je middenrif als je dat probeert te doen. Alsof je huid strak op je ribben zit gelijmd.
Die niet-borst is na afloop van de amputatie in eerste instantie een gigantische onderhuidse schaafwond. Het weefsel moet aan elkaar groeien en door te blijven bewegen terwijl je lichaam dit regelt, gaat dit op de meest optimale manier. Jammer genoeg moest mijn dokter D. er na dit proces nog mee aan de slag. Ik ben blij dat hij dat gedaan heeft hoor, want, zoals hij mij tijdens ons eerste gesprek uitlegde, als de kanker terugkeert op de borstwand na zo’n amputatie dan ben je doorgaans wel een beetje de sigaar.
Maar voor het gezonde deel van de niet-borst (en dat is natuurlijk met overmacht het grootste deel) is de radiotherapie nogal een belasting. Nadat de bestralingen afgelopen zijn, is je lichaam nog een poos als een gek aan het werk om alles weer naar eigen inzicht te reorganiseren. Ik stel me dat een beetje voor zoals wanneer je in de tuin per ongeluk je schop in een mierennest steekt. Onmiddellijk ontploft het mierenvolk in actie. Eieren worden razendsnel in veiligheid gebracht, ondergrondse gewelven hersteld, instortingen uitgegraven. En als jij allang weg bent met je schop bruist de activiteit onder de grond nog door, terwijl het door de gangen gonst: wat gebeurde er, wat was dát nou dat er net langskwam?
Dat lichaam verricht die herstelwerkzaamheden zo goed en zo kwaad als het dat kan. Onder andere door littekenvorming. Omdat het bestraalde oppervlak zo groot is (je moet je voorstellen, zo’n beetje de helft van de voor/zijkant van het rechterdeel van mijn ribbenkast), is dat nog best een dingetje.
Een van de eerste huiswerkjes die Sylvia van de fysio me meegaf was het bekijken van The Fuzz Speech. Dit is een geweldig filmpje van een jonge, enthousiaste doctor in de theologische ethiek slash masseur slash selfmade-patholoog (dit kan alleen in de VS denk ik) die uitleg geeft over het fasciaal weefsel in een mensenlichaam. Ik raad echt je aan om om het ook even te gaan zien. Als je er niet goed tegen kunt, wel even wegkijken als de menselijke karbonades in beeld zijn. Het is wel een hobby-patholoog hè. Maar het is erg interessant en bovendien enorm inspirerend om zo’n bevlogen jongeman aan het woord te zien. Bepaald niet alledaags. De bijgaande afbeelding geeft een voorproefje van de levendige presentatie van de jonge wetenschapper.
The Fuzz verwijst dus naar ons fasciaal systeem. Fasciaal weefsel is een bindweefselsoort die door je hele lichaam voorkomt. Het zit om spieren, organen en botten, maar ook weer om onderdelen van spieren. Fascia bestaat uit een uitgebreid stelsel van ieniemienie gangetjes waardoor onder andere vocht getransporteerd wordt. Als de beweeglijkheid van een lichaamsdeel afneemt (door bijvoorbeeld veroudering, een operatie of radiotherapie), dan verandert de structuur van het fasciaal weefsel en krijg je wat Gil Hedley Ph.D zo mooi demonstreert in het filmpje. Dikke, gedehydrateerde, stugge, stroeve plakken fascia tussen de diverse losse onderdelen.
De truc is dus om vocht door dat faciaal weefsel te jagen. En daar heeft Sylvia allerlei bizarre oefeningen voor, waarbij je je ledematen in wonderlijke hoeken drapeert en de amdemhalingsbeweging als pomp wordt gebruikt. Dus inademen om het vocht op te stuwen, en dan de spier in de juiste richting strekken op de uitademing om het er zo goed mogelijk door te laten. Niet speciaal lekker. Wel heel goed. En je zou het zelf nooit verzinnen om het zo te doen.
Al googlend belandde ik op het blog van een collega-prijswinnares met de klinkende naam: Truus aan het infuus – Circus Carcinoom is in de stad. Echt een aanrader, mocht je na het lezen van mijn blog je buik er nog niet van vol hebben. Op haar blog geeft zij haar tips ten aanzien van het zo goed mogelijk doorstaan van deze onwelkome levenservaring. Ik ging natuurlijk meteen denken wat mijn tips zouden zijn. De belangrijkste: ga zo vroeg mogelijk in het behandelingsproces op zoek naar een goede, in oncologie gespecialiseerde fysiotherapiepraktijk. De kennis en ervaring die daar aanwezig is kan je enorm helpen om beter heel te blijven, en vormt een waardevolle toevoeging aan de zorg die je in het ziekenhuis ontvangt.