September 2016. Het zijn de eerste dagen van de herfst. De avonden beginnen korter te worden, het groen buiten wordt donkerder en doffer, het nieuwe schooljaar is alweer in volle gang. Overdag ben ik druk aan het werk. Ik heb er net een dikke serie trainingen in de Achterhoek opzitten. Het leven stuwt zichzelf voort met werk, school, vriendjes en buurkinderen, sport en de boodschappen.
Op een nacht word ik wakker. Ik blijf stil op mijn rug liggen, met mijn ogen wijd open starend in het donker, terwijl ik met al mijn aandacht gewaar ben van wat ik voel. Jeetje, denk ik, wat is dit nou? Vanuit het puntje van mijn tepel, recht door het centrum van mijn rechterborst naar binnen, gaat een aanhoudende, glasheldere pijnscheut. Niet excruciating ofzo, maar zó opvallend, zó helder en zó onmiskenbaar, dat ik er direct helemaal op gefocust ben. Hoewel het midden in de nacht is, ben ik meteen klaarwakker. Hé, gaat het door mijn hoofd. Dit is gek. Ik moet dit na laten kijken. Ik blijf op mijn rug liggen, nog steeds met opengesperde ogen starend in het duister, terwijl ik voel. Na ongeveer een minuut stopt de pijn en ik val weer in slaap.
Al sinds jaar en dag heb ik cystes in mijn borsten. Ik ben al zo vaak op de foto geweest met die dingen. Ik weet zó goed hoe ze voelen, van binnenuit en vanaf de buitenkant, dat ik ze inmiddels wel herken. En ik ga er niet elke keer mee naar het ziekenhuis. Je zou nog wat krijgen van al die röntgenfoto’s. Toch vraag ik me natuurlijk wel eens af: zou het wel goed zijn? Pas een paar dagen nadat ik die nacht wakker werd, denk ik weer aan mijn voornemen om de huisarts te bellen. Dat komt doordat een van de collega’s verder onderzoek krijgt naar aanleiding van de uitkomst van het bevolkingsonderzoek darmkanker. Ik hoor de anderen op kantoor erover praten en denk: Oh ja. Wel even doen Jo. Ik zonder me af in de vergaderzaal en maak de afspraak. Zo, dat is geregeld. Ik maak me eigenlijk weinig zorgen. Been there, done that. No big deal.
Dinsdagochtend loop ik de spreekkamer binnen bij de huisarts. Ze hoort me aandachtig aan. Ze onderzoekt de beide borsten, ze voelt de bulten ook. Ze is het met me eens dat er gezien mijn voorgeschiedenis waarschijnlijk weinig reden is tot paniek, maar ze vindt het ook verstandig dat ik me in het ziekenhuis ga melden voor een mammogram. Terwijl ik op weg ben naar de uitgang, kraam ik nog wat twijfelachtige woorden uit. Iets in de trant van of het echt wel nodig is of niet.
‘Luister,’ zegt de huisarts, en ze lacht vriendelijk maar ze kijkt me recht aan. ‘Je bent hier niet voor niets gekomen. Wie A zegt, moet ook B zeggen.’ Deze woorden hebben in de loop der maanden nog wel eens in mijn hoofd geëchood. Achteraf was ze bijna nog verbaasder dan ik, toen bleek dat er iets mis was. Dit moment is echt zo’n T-splitsing in je leven. Wat als ze haar positieve gevoel gevolgd had, toen net even met me mee gegaan was, had gezegd: We zien het nog even aan. Dan hadden we in the end tegen een heel ander verhaal aangekeken misschien.
Rustig maak ik de afspraak met het ziekenhuis. We komen met de agenda’s een week verder uit, ik vind dat geen punt want ik ben niet bezorgd. Precies een week later ga ik met mijn arme borsten tussen de plankjes, wat gemeen zeer doet door de cystes. Volgens het protocol krijg ik direct ook een echo, omdat de afwijkingen van buitenaf voelbaar zijn. De radioloog bevestigt mijn vermoeden dat de bulten inderdaad cystes zijn. Het zijn er een heel aantal, zowel links als rechts. En inderdaad ziet dat er allemaal ongevaarlijk uit. Maar tot mijn grote verrassing heeft ze nóg iets gezien. Niet aan de onderkant van de borst, waar de cystes zitten, maar in de bovenste helft van de rechterborst zijn kalkjes zichtbaar op de foto. Nu kunnen dat restanten zijn van oude cystes, maar ja, het moet wel even uitgezocht worden. Dus wil ze een biopsie plannen.
Nog weer zes dagen later wordt de biopsie uitgevoerd. Ik zie dan de foto die de week ervoor gemaakt is en dat is voor het eerst dat ik denk: Mm. Misschien is er echt iets niet goed, want het ziet er echt raar uit. De hele bovenkant van mijn borst is bezaaid met helderwitte spikkels. Als Leontien Borsato zonder Head & Shoulders. Dat lijkt me zomaar vreemd. Niet aannemelijk dat dat allemaal van een paar cystes zou komen.
Vier dagen later zit ik met Thea tegenover de oncologisch chirurg. Foute boel. Vanaf de buitenkant is, ook met de kennis van alle onderzoeken, ook door de arts, helemaal niets voelbaar van de tumor, die zich heeft verstopt in mijn melkklieren en zich daar als een spin uitstrekt over een gebied van maar liefst zeven centimeter, dun en stiekem. Bizar dat ik hier toch zit. Dat komt echt alleen maar door die ene nacht dat ik zomaar wakker werd met die glasheldere pijn. Nooit eerder had ik die pijn, en na die ene nacht heb ik nog maar één keer iets soortgelijks gevoeld. Het voelt alsof ik door iemand gewaarschuwd ben. Iemand wilde dat ik wakker werd. Iemand vroeg zeer doordringend om mijn aandacht voor die borst. Dat moet mijn grootmoedertje geweest zijn, dat kan niet anders. Dank je wel oma, je vond vast dat ik hier nog niet weg mocht. En toen ben je me even komen prikken met je prikvingertje. Jolien, Jolien… Opletten! Fijn dat je zo goed voor me zorgt omaatje. Dank je wel.
Dit verhaal is voor iedereen een reminder: wees je bewust van je lichaam en vertrouw op je instinct als je het gevoel hebt dat je lijf je iets probeert te vertellen. Ik had al een jaar of drie last van een jeukende tepel aan de borst die later ziek bleek. Er was niets te zien, geen huidirritatie, geen afwijkingen, geen roodheid of schilfers of wat dan ook. Ik ben er mee naar de huisarts gegaan, omdat ik het gevoel dat die borst me iets wilde zeggen. De huisarts (begrijpelijk) kon er niets van maken. Ik vond het zelf ook wel een enorm vage reden om een mammogram te laten maken, en wilde eigenlijk gewoon even gerustgesteld worden door iemand die het weten kon. Dus ging ik weer naar huis. Achteraf denk ik, dat het een signaal geweest is dat er iets gaande was. Luister naar je lijf!