Mensen, ziek zijn is op dit moment dus gewoon heel gezellig. Afgezien van heftige vermoeidheid heb ik nergens last van. Sinds ik te horen kreeg dat het mis was, ben ik hard aan het bijslapen. Als de kinderen ’s middags naar school gaan, duik ik in mijn bed. En als dat niet kan omdat ik ’s middags iets moet, dan slaap ik tussen elf en twaalf. En het helpt. Ik merk nog steeds dat mijn gestel na zevenen afschakelt (sorry Ton!). Maar ’s ochtends begin ik wel meer energie te krijgen. En ik geniet er intens van, dat ik ongebreideld toe mag geven aan de slaap. Echt waar, een ernstige ziekte hebben heeft grote voordelen.
Nu weet ik ook wel hoor, dat de voordelen niet opwegen tegen het nadeel. Ik zou het niemand aanraden om kanker te krijgen vanwege de voordelen. En deze periode is makkelijk: geen bloedstollende gesprekken in de spreekkamer de komende vier weken, nog even geen horror-operaties en geen nog geen mishandeling van mijn lijf met brute van-dik-hout-behandelingen, waarbij de kanker te lijf wordt gegaan en ze tegelijkertijd ook blind over het gezonde deel van je lichaam heen walsen.
In gedachten hoor ik de mensen in de toekomst zeggen: ‘Ja, dat was erg hè, vroeger, toen konden ze de kwaadaardige cellen nog niet isoleren en werd je gewoon rücksichtslos integraal verpletterd. Vreselijk!’ Een beetje zoals Agent Orange tijdens de Vietnam-oorlog of luizen uitroeien met DDT. Effectief maar verboden bestrijdingsmiddel, zegt Google over DDT. Wat dat betreft kan chemo zich er niet eens mee meten. Het is niet altijd effectief. Ook nog eens. Maar goed, we roeien met de riemen die we hebben en ik ben immens dankbaar dat de medische stand zo knap is als hij op dit moment is.
Nog één ding. Voordat ik de indruk wek dat ik zo’n verkrampte positiviteits-mafkees ben die het contact met de realiteit volkomen verloren heeft: natuurlijk kan ik een A4-tje vullen met de spookbeelden die soms, gelukkig niet al te vaak en al te lang, langskomen als mijn gedachten met me op de loop gaan. Maar dat A4-tje post ik pas als ik zeker weet dat ik ‘in the clear’ ben. Dan kunnen we samen verwerken hoe eng het eigenlijk was en veilig griezelen vanuit de wetenschap dat alles goed komt.
Goed. Tot zover de mitsen en maren bij de gezelligheid, de kanttekeningen ter verduidelijking dat ik heus wel weet dat het niet ideaal is. Ik blink uit in dit soort breedsprakigheid, vriendin Isabel noemt het het ‘Yes but, no but’-effect, naar het gestuntel van een personage uit de serie Little Brittain. En voor wie na dit uitvoerige relaas nog niet afgehaakt heeft, maak ik het cirkeltje van deze blogpost nog even rond.
Gezelligheid. Altijd ontbijten en lunchen met de kids en ze na school opwachten met thee / Holy Soda en een koekje. Een rondje Geestmerambacht met de honden en vriendin Esther die ik volgens mij al een jaar zelfs niet meer geappt had. Op zondagochtend op de koffie bij tante Cindy en ome Joep. Een Creatief met kurk-marathon met vriendin Marianne en het hele gezin. Tientallen lieve mailtjes, appjes en kaarjes van allerlei mensen, dichtbij maar ook wat verderaf. Woensdagmiddag shoppen met Franca en haar zien glimmen in haar nieuwe outfits. Een heel ontroerend berichtje van Isabella.
Het geeft te denken. Vriendin Thea en ik genoten intens van ons biopsie-uitje. Leon kon niet mee en daarom bracht zij me naar het ziekenhuis. We zaten lekker met onze lattes in het restaurant van het Medisch Centrum, eindelijk eens uitgebreid bij te kletsen. En we hadden het donkerbruine vermoeden dat er toch wel ergens iets niet kloppen moest, als je vriendschap het van dit soort hoogtepunten moest hebben.