Tik tik tik! Het mannetje klopt brutaal met zijn gemene kleine hamertje op mijn hersenpan. ‘Aandacht! Zeg, waar was jij eigenlijk allemaal mee bezig voordat je hier verminkt in je bed lag op te zien tegen de verdere sloop van dat handige lijf van je waar je zo op gesteld bent?’
Jemig mannetje, dat is waar ook. Ik was ergens aan aan het bouwen, probeerde iets meer structuur in ons leven aan te brengen. Ik ging naar mijn werk en daar deed ik allemaal dingen. Ik ging op vakantie met mijn gezin. Ik genoot, er was nog geen vuiltje aan de lucht. Ik hielp mijn ouders verhuizen. Ik probeerde elke dag opnieuw het allemaal weer iets beter te doen. Nou zeg, ik was het bijna vergeten. En nu zit ik in deze slechte film!
‘Ik bedoel maar,’ zegt het mannetje venijnig. ‘Het is maar goed dat ik nog wat zit op te letten, want jij zweeft hier de hele dag maar zo’n beetje een halve meter boven de bank terwijl de boel aan puin ligt.’ Voor het eerst sinds de eerste onheilstijding denk ik: [krachtterm]. Ik wil terug naar mijn oude leven.
De eerste week na de operatie was een soort kraamtijd, maar dan zonder behoeftige baby, zonder gierende hormonen en zonder uitgerekt, maandenlang uitgewoond, ontzwangerend lijf. Nou, iedereen die ooit van dichtbij een kraamtijd heeft meegemaakt weet dat dat hartstikke fijn moet zijn. Er waren lieve vriendinnen, zussen, oma’s en buurvrouwen die een uitgebreide tafeltje-dek-je voorziening op poten hadden gezet, inclusief stofzuigen, het doen van de boodschappen, het in het gareel houden van de jongste gezinsleden en het inruimen van de vaatwasser. Oma Elly was onze persoonlijke Hokatex, die de schoon gevouwen was afleverde en direct de vuile was weer meenam. Er waren bloemen, vruchten, kaarten, cadeautjes, kopjes koffie, vriendinnen en zussen op de bedrand die na afloop dan meteen even de lakens verschoonden. Kortom: één grote knuffel-bubbel, een zalig, warm bad.
Aan de ene kant gaat het beter met me, ik ben meer op de been. Aan de andere kant heb ik meer last van de niet-borst, zoals we hem hier in het gezin noemen. Gek hè. De borst was een zij, de niet-borst is een hij. Ook de niet-borst heb ik direct de eerste dag in mijn hart gesloten. Hij kan er ook niets aan doen en heeft juist veel liefde nodig om weer sterk te worden en letterlijk te helen. Maar ik vermijd nog wel er al te lang naar te kijken. Ik zwel van het vocht, de wond trekt en ik voel me kwetsbaar. De gewone wereld en het echte leven lijken heel ver weg. Ik wil mijn eigen leven terug maar moet nog wat geduld hebben met mezelf.
‘Zo,’ zegt het mannetje, en hij geeft me nog een vinnig tikkie na met z’n rottige hamertje. ‘Heb je ‘m door nu?’ Zijn kleine kraaloogjes priemen boosaardig in mijn richting. En ik heb hem door. John Lennon zei het ook al: Life is what happens while you are busy making other plans. ‘Daar ben je lekker mee, dus.’ Hij leunt achterover, slaat zijn armpjes over elkaar en kijkt me uitdagend aan alsof hij zeggen wil: en nou jij.
Nou, lelijk, klein, hatelijk mannetje met je kleine, nare hamertje: ik kan maar één ding doen. Plannen aanpassen en doorgaan met nieuwe plannen maken. Niet alles wat er vóór de ontdekking van de kanker was, is weg. En dit is óók mijn leven. Ik moet er alleen nog even aan wennen.
Lieverd,
Had je mijn mailtje nog gezien?
dagvanton
Verstuurd vanaf mijn iPad
LikeLike
Lieve Ton, jazeker! Alleen mijn garnalenbrein van tegenwoordig was het alweer kwijt. Ik was natuurlijk ontzettend blij voor jullie dat Lisa (voor alle mensen die Ton niet kennen: Lisa is een lotgenote van me) genezen verklaard is. Gefeliciteerd schatjes, jullie begrijpen hoezeer ik hiermee mee voel. En ook uit puur egocentrisch oogpunt is het een heerlijk bericht, want voor mij hoopgevend.
Daarnaast was je mail natuurlijk een fijn geluid uit mijn leven dat er nog is maar waar ik steeds maar niet bij ben. Maar ik was even kwijt dat je het gestuurd had. Geen ruimte in de beperkte capaciteit van mijn garnalenbrein.
Voor mij maakt dit nog weer eens duidelijk hoeveel me gelegen is aan een helder hoofd. Want met mijn hoofd kan ik mezelf leiden naar goede plekken. Tijdens het bezoekje van het hamermannetje voelde ik me even heel alleen in mijn piepzak. Tot ik dacht aan allerlei kaarten en e-mails waarin mensen tegen me gezegd hebben dat ze veel aan me denken, en zelfs dat de mensen om hen heen aan mij denken en met mij mee hopen op een goede afloop. En dat helpt dus echt. Ik voelde me niet meer zo alleen en was meteen minder verdrietig.
Mijn hoofd kan mij naar een goede ademhaling brengen als het zeer doet. En mijn hoofd kan mij laten zeggen dat het goed is als ik bang ben om mijn arm te bewegen waardoor de oefeningen van de fysio beter gaan. En hopelijk vind ik ook nog een manier om straks mezelf door de chemo heen te sturen en focus te houden op de tijdelijkheid en noodzaak van die beroerdigheid.
Maar dan heb je wel de tegenwoordigheid van geest nodig om er aan te denken op het moment supram. Een deel daarvan kan ik ondervangen met training, het aanleren van handige gewoontes op dat vlak. Dinsdag ga ik weer naar de Mammacare-verpleegkundige en dan ga ik eens informeren of zij weten waar ik dat soort training kan begaan.
Dikke kus Ton en mijn allergrootste felicitaties voor Lisa en haar geliefden XXX
LikeLike
Dat mannetje komt wel snel langs. Je bent net geopereerd. Gun jezelf de tijd en laat je lekker verzorgen. Je zal het nog zwaar genoeg krijgen. Dikke knuffel.
LikeLike
Ja Lies, je hebt gelijk, dat is waar ook. Goed dat je me helpt herinneren. Ik lijk net op de vis Dory uit de film ik vergeet steeds hoe het zit :-). Kus XX
LikeLike