Ik sta op de zoldertrap. Mijn arm en niet-borst zijn inmiddels dusdanig, dat ik weer best goed dozen kan verplaatsen. Ik kijk om me heen. Tuttut, waar zouden ze huizen? Ik heb ze al jaren niet gezien. Mijn sportschoenen. Mijn ogen glijden langs de diverse dozen. Aquariumspullen, snoeren en slangen, speelgoed, nee, die zijn het allemaal niet. Deze dan. Ik vouw de doos open. Hé, winterlaarzen, een paar kinderjassen en waterschoenen die niemand meer past. Ik wist van al deze spullen niet dat we ze nog hadden. Het uitmesten van de zolder staat dan ook nog hoog op mijn verlanglijst. Zal het nog wel een tijdje blijven staan ook. Nu even niet.
Ik weet al een week dat ik deze middag die sportschoenen nodig heb. Ik ga namelijk beginnen met begeleid sporten in een speciaal oncologie-groepje bij de fysio. Ik ben vast van plan om sport toe te gaan voegen aan mijn normale leven. Ik hoop me er beter door te voelen en dat het me makkelijker maakt om te ontspannen. En bovendien is onderzocht en bewezen dat mensen die bewegen, minder hinder hebben van de bijwerkingen van de behandelingen. Jammer dat ik niet even eerder heb gekeken waar die schoenen zijn. Ik hoop maar dat ik ze een beetje snel vinden kan.
Mm, die doos dan, onder de slaapzakken van Leon. Zweden hebben zestig woorden voor sneeuw, Leon heeft voor elk van die soorten sneeuw een bijpassende slaapzak. Dit wordt een lastige. Ik sta in het trapgat en reik naar de doos terwijl ik de stapel wollige lappen aan de kant probeer te duwen die, fluffy als ze zijn, collectief nog best wel wat gewicht hebben. Ik voel me slap. Ik trek de doos naar me toe en buig me over de geopende flappen. Geen sportschoenen. Waar zijn die dingen toch? Ik sluit de doos weer en duw hem zo goed en zo kwaad als het gaat weer onder de stapel bosbeddengoed. Zo moet het maar. Ik hijg een beetje en ga op de rand van het trapgat zitten. Mijn benen bungelen naar beneden.
Ik kijk rond. De zolder is niet groot en nou ook weer niet zo’n bende dat die schoenen echt ver uit het zicht kunnen zijn. Aan de achterkant liggen ze zeker niet, dat is bekend terrein met kerstspullen, speelgoeddozen en luchtbedden. Misschien in de hoek van de schaatsen, die heb ik ook héél lang niet gezien. Links voorin dus. Achter twee rijen dik verhuisdozen tref ik een verbazingwekkend loze ruimte aan, met daarin één grote doos, eerder geheel aan het oog onttrokken. Als een soort vergeten schat uit het verleden prijkt hij daar. Dit móet hem wel zijn, en anders zijn die schoenen weg-weg. Maar ik geloof niet dat ik ooit zo pertinent afscheid heb genomen van een sportief leven dat ik ze daadwerkelijk in de kliko gestort heb.
Het is een beetje een ontroerend moment. Of zou dat door mijn (niet-)hormonen komen? Het is alsof ik op het punt sta mezelf te vinden en af te stoffen, als ik daar, in die vergeten hoek, de doos open maak. Jawel. Daar zijn ze. Hebbes.
Een goed einde. Je kan wel journaliste worden… Nu een goed begin met het sporten, veel plezier en succes toegewenst. Wie weet heb je nog wel meer talenten…
LikeLike